Dankjewel, Jonnie.
Op 23 april overleed Jonnie Boer. Dat voelt misschien lang als je het vertaalt naar 180 dagen. Maar het is veel te kort voor het vergeten van verdriet.
Deze blog wilde ik 24 april al schrijven. Dat heb ik bewust niet gedaan. Wanneer je man, je vader, je leidinggevende of goede vriend overlijdt, dan wil je voorkomen dat je aansluit in de lange rij van mensen die leven volgens het adagium #howcanimakethisaboutme.
Toch voelden we de behoefte om in het openbaar een dankbetuiging aan Jonnie te schrijven. Om Thérèse, Jimmie, Isabelle en alle mensen die hem echt hebben gekend te laten lezen wat ze ongetwijfeld al wisten. Maar tegelijkertijd te laten weten hoe bijzonder hij ook voor ons bedrijf was. Daarom een ode aan deze bijzondere man, die veel voor excap heeft betekend.
Bron: Peter van der Lingen Fotografie
Op mijn knikkende knieën in de Librije
“Dus jullie gaan trouwen”. Dat waren de eerste woorden die Jonnie tegen mij uitsprak. Het was 2009 dat ik samen met mijn (hoopte ik) aanstaande Saskia in De Librije zat. Kort daarvoor had ik haar naar Librije’s Hotel ‘gelokt’ en met een slecht excuus naar de kamer laten brengen, om vervolgens op mijn (knikkende) knieën te gaan. Het antwoord was “Ja”, dus het diner ging door. Het aanzoek was als een lopend vuurtje in de keuken beland, dus ook Grote Chef Jonnie wist ervan. Zoals bij ieder tafeltje bracht hij de menukaart, heette hij ‘zijn’ gasten welkom en wisselde hij een paar zinnen beleefdheid uit. Het koken leek hem makkelijker af te gaan dan het sociale contact in het restaurant vol fans. Maar het was de rest van de avond toch een beetje alsof ik mijn jeugdheld Marco van Basten had ontmoet. Vanaf dat moment was de verwondering van De Librije geheel in balans met de bewondering voor Jonnie.
Toen in 1931 voor het eerst twee en drie Michelin sterren werden uitgereikt, was de definitie van drie sterren ‘Een uitzonderlijke keuken die een speciale reis verdient.’ Deze ervaring was meer. Saskia’s en mijn ervaring was voor ons een reden om vanaf dat bezoek euro’s apart te leggen voor een terugkeer in Zwolle.
Om dat gevoel warm te houden heb ik het boek ‘Eten, Drinken en Slapen’ drie keer gelezen. Een boektip over een 336-urige stage die auteur Ronald Giphart liep in De Librije en bij Oud Sluis, bij Sergio Herman. Een prachtig document vol passie, keihard werken en bereiken van je doelen. En heerlijke recepten. Het zou verplichte leeskost moeten zijn voor managers en studenten. Het is een boek dat je ’s avonds aan je kinderen voorleest, ter voorbereiding op een leven lang lekker eten.
Stagespijt
Ergens rond 2012 raakte ik met Sem Beks, de sommelier van De Librije, aan de praat over stages. Gekscherend zei ik: “Een week stage lopen in De Librije, dat zou ik wel willen.” Zo’n vraag waarop je het antwoord (“Nee”) al hoort voordat je ‘m stelt.
“Tuurlijk, geen probleem, ga ik even overleggen met de chef, bel volgende week even om het in te plannen.” Plots blokkeerde ik (heel raar), dacht aan mijn overvolle agenda (onzin), en zei: “Nee, joh, dat gaat nooit lukken. Misschien later nog ‘ns.” (sukkel die je bent). Het is één van de weinige zaken in mijn leven waar ik oprecht spijt van heb. Achteraf denk ik dat ik te bang was om naast Jonnie te staan, een mes vast te houden en te moeten laten zien hoe ik een wortel snij. Of een visje bak, of hoe ik cress op een voorgerecht drapeer. Daarvoor keek ik te veel tegen hem op.
Af en toe zag ik Jonnie, maar dan op TV. Bijvoorbeeld in De Wereld Draait Door. Jonnie was nog altijd kampioen in korte antwoorden. Hij was nog altijd goed in anekdotes. Kort, krachtig en met een ondeugende, jongensachtige glimlach op zijn gezicht. Als bekende chef waren niet alleen zijn Michelin sterren rijzende, ook de BV Boer floreerde. De chef die zichzelf meermaals dat boertje uit Giethoorn noemde, en tegelijkertijd zijn plek had gevonden tussen de beste restaurants ter wereld. En dat altijd met Thérèse aan zijn zijde.
“Als jullie het maar leuk hebben”
Binnen excap organiseerden we in die jaren ieder jaar onze klantendag. Een avond waarin we onze klanten wilden bedanken voor de samenwerking, hun ambassadeurschap en gewoon, omdat het leuk was. Twee randvoorwaarden waren dat het interactief en op een mooie locatie moest zijn. Zo belandden we in de kookstudio van De Librije. In groepen van 30 personen kookten we met onze relaties, aten we onze eigen creaties, dronken we een goed glas en genoten we. Het grote genieten zat ‘m in de kleine details. Dat klanten thuis konden vertellen dat ze de hele avond zalm hadden gesneden, ijs hadden gemaakt of wijn hadden geschonken, was voldoende om ze trots als een pauw rond te zien lopen als volwaardig chef van een sterrenrestaurant. Tijdens die sessies kwamen Jonnie en Thérèse vaak even kijken. Vanuit een hoekje namen ze de groep waar. Ze lieten ons lekker onze gang gaan, de gasten keken alsof Messi de keuken had betreden, Jonnie keek alsof hij een stel amateurs aan het werk zag. “Jonnie, vind je dit nou mooi om te zien?”, vroeg ik. “Als jullie het maar leuk hebben. Leuk toch, zo’n avond.” We praatten wat door en kregen het ook over het management van zijn eigen keukenequipe. “Het functioneert, ook zonder mij loopt het door, hoor. Die gasten weten precies wat ze moeten doen. Het gaat niet om mij, hè. In mijn eentje ben ik niets. Geldt voor ieder bedrijf.” Het waren de ondernemerslessen van een voorbeeld die ‘gewoon zijn werk deed’.
Schaatsen kijken met Jonnie
Wanneer in 2018 de Olympische Winterspelen plaatsvinden, hebben we een afspraak met Jonnie en Thérèse voor een interview. In het magazine dat we maakten wilden we een aansprekende cover story, zowel qua inhoud als beeld. Thérèse ontving ons we met de inmiddels bekende warmte. Jonnie is er ook. Zittend achter een laptop, lachend met collega’s. Grappen worden afgewisseld met instructies, de sfeer is uiterst ontspannen. Ewald, Ivo en ik zien Jonnie zitten, maar wachten rustig totdat het tijd is om te beginnen. We gaan het hebben over de ultieme gastronomie, gecombineerd met excellente service. We gaan het hebben over innovatie, van ingrediënt tot couvert. Jonnie is zover en schuift aan. “Jonnie, dank dat je tijd hebt en wilt nemen voor dit gesprek.” “Tuurlijk jongens, helemaal prima. Maar onder één voorwaarde, we gaan straks wel schaatsen kijken.” En zo hangen we een half uur later met vijf volwassenen boven Jonnie’s iPad, juichend wanneer Sven Kramer goud wint.
Bron: Peter van der Lingen Fotografie
Librije, bedankt
In 2021, wanneer Covid even is gaan liggen en iedereen hoopt dat dit het dessert was van de pandemie, willen we een serie podcasts opnemen met Grote namen uit Grote branches. En zo belandden we opnieuw in De Librije, samen met Jonnie en Thérèse. Voor hun wellicht het zoveelste mediaoptreden, voor mij en mijn collega’s wederom een bezoek dat je je over 20 jaar nog levendig zult herinneren. Jonnie opent met de zin “moet ik echt zo’n koptelefoon op?”, Thérèse start geduldig aan de eerste vraag.
Het gesprek wordt opgenomen na twee lockdowns. Hoe Jonnie omgaat met deze crisis? “Al 30 jaar, iedere dag 40-50 gasten, 10 gangen, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat... bij ons is het iedere dag crisis. Maar wel een leuke crisis.” Om vervolgens rustig uit te leggen hoe de coronacrisis het hoofd werd geboden. Jonnie en Thérèse vertellen er rustig en planmatig over. Een extreem team van twee.
Vraag Jonnie naar een jeugdherinnering uit Giethoorn en hij ontdooit. Vraag hem over de opvolgingspotentie van zijn kids en je zit een lieve vader, vraag hem naar Ajax en je hoort een voetballiefhebber (helemaal wanneer Johan Cruijff ter sprake komt.) Maar bovenal zie en hoor je een geweldige chef die graag weer aan het werk gaat. Die praat door te toveren met ingrediënten. En dat met rust, heel veel rust. “Waarom zou ik moeten schreeuwen in deze keuken, iedereen weet wat ‘ie moet doen.”
Een man als Jonnie is en blijft geliefd. Het is een man die vele mannen zouden willen zijn. Oprecht, gepassioneerd, grappig en liefdevol. Zo’n man die weinig nodig had om veel te creëren, die met een kleine inner circle wereldwijde faam vergaarde.
Binnen excap hebben we Jonnie te kort en te weinig gezien om echt te kennen. Maar lang genoeg om te concluderen dat we hem en Thérèse dankbaar zijn voor de momenten die we mee mochten maken. Het heeft werkelijk voor memorabele momenten gezorgd die ik persoonlijk en wij als bedrijf koesteren. Net als veel van onze klanten. Ik weet zeker dat zij nog vaak aan de mooie momenten in Zwolle terugdenken.
Jonnie zei “dat je gewoon moet doen waar je goed in bent.” Hij greep regels aan om de grens op de zoeken. Met een plan om de kinderen te laten floreren, “om de jeugd een kans te geven in alle restaurantjes”, zoals Thérèse zei. Een unieke mise en place van persoonlijkheid waar zijn familie veel te kort van mocht genieten.
We willen Thérèse en het geweldige team van De Librije bedanken voor de kansen, de gesprekken en beleving die we mochten ervaren. Zowel vanuit excap als privé. De laagdrempeligheid, de toegankelijkheid en vriendelijkheid hebben unieke momenten mogelijk gemaakt voor ons en onze klanten.
Ook een half jaar na zijn overlijden mag niet worden vergeten hoe bijzonder Jonnie was voor velen. Hoe verdrietig en zwaar het moet zijn voor zijn naasten en hoe groot zijn nalatenschap zal zijn in de culinaire wereld en hoe trots Jonnie zou zijn wanneer hij meekijkt.
Arjen van Hijum
arjen@excap.nl
06 144 32 484